Om bij voorbaat vragen te voorkómen, geef ik hier alvast het antwoord.
Na het einde van DE crisis hoop ik mijn Blokkendoostrein (buffermateriaal 1924) met een wagen uit te breiden, waarvan menigeen zal zeggen: wat doet die goederenwagen middenin die personentrein? ‘
Voor historisch verantwoorde treinsamenstellingen met Blokkendozen heb ik de uitstekende website “De Seinpaal” van Gerard van de Weerd geraadpleegd. Dan tref je inderdaad in de beginjaren ’50 een combinatie van twee motorwagens en twee rijtuigen aan, met in het midden een goederenwagen. Deze, wat vreemde, combinatie werd veroorzaakt doordat direct na de Tweede Wereldoorlog er een schrikbarend tekort aan rollend materiaal was. Blokkendoosmotorwagens waren er nog wel, maar een aantal hadden geen bagageafdeling. Aangezien de reizigers toentertijd nog tamelijk veel bagage meenamen en dat in de bagagecompartimenten van de trein opborgen, was het dus gewenst om bagageruimte te creëren.
De oplossing werd gevonden door een aantal nog in goede staat verkerende drieassers uit de serie E4101-E4199 te verbouwen tot bagagewagens. Die E stond vóór de oorlog voor wagens geschikt voor bestelgoederen, die met gewone, getrokken, personentreinen konden worden vervoerd met een snelheid tot wel 100 km/uur. Goederentreinen mochten in die tijd nog maximaal 80 km/uur! Administratief werden deze wagens tot het personentreinmaterieel gerekend. Daarom kregen zij ook een groene kleur, in tegenstelling tot de grijze goederenwagens.
Uit diverse internetbronnen verkreeg ik een redelijk bruikbaar plaatje van zo’n E wagen. Daarmee ging ik aan de slag (meten, omrekenen naar schaal 1:87). Uiteindelijk kreeg ik alle essentiële maten op papier en konden op een plaatje polystyreen de wanden worden afgetekend. Voor het onderstel gebruikte ik als donorwagen een Fleischmann drieasser, die gevonden werd op de beurs in Zutphen. Met de bovenbouw kon ik niets, behalve Patrick D. blij maken. De verdere procedure is eigenlijk hetzelfde als onze huisjesbouwers gebruiken, dus uitsnijden, knippen en plakken. Dat laatste deed ik met Faller expert-lijm die je ook voor plastic huisjes gebruikt.
Omdat in eerste instantie de hoogte van de wagen mij wat gering leek, vermeerderde ik die met 5 mm. Marco had ergens nog wel geschikte kortkoppelingen, dus werd met het nog witte bouwsel een keer proef gereden in verband met het gewicht en de rijeigenschappen. Dat ging allemaal goed, alleen viel het op dat het wagentje wel wat hoog was, ongeveer 5 mm. Die moesten er dus weer af. Uit elkaar halen lukte uiteraard niet, dus zat er niets anders op dan opnieuw te bouwen. Daarbij werd gebruik gemaakt van een plaatje Vgroove 2 mm van Evergreen met plankmotief, en gewoon glad polystyreen van 0,5 mm voor het dak. De ramen werden van binnen dichtgeplakt met keukenfolie.
Onze Beste Kameraad, Rob Kwast dus, gebruikte daarna zijn luchtkwast om het geheel van de juiste kleur groen te voorzien (acrylverf 70.890 van Vallego). Toen moesten nog de laatste details aangebracht worden, zoals treeplanken, rangeeropstapjes, handgrepen, sluitwerk. Maar dat moet nog gebeuren, want HET virus scheidde mij op wrede wijze van dat wagentje in ons clubgebouw. Wordt dus nog vervolgd, hopelijk met een foto van het eindproduct.
Dick van der Knaap